Spraakverwarring: de letter c

In het voetbal kom je soms namen tegen waarvan je een tongblessure oploopt als je ze ook maar probeert uit te spreken. Of je denkt een naam onder de knie te hebben, maar je blijkt iemand al jaren in zijn taal voor manke neusbeer te hebben uitgemaakt. Voor de dappersten onder ons die een uitspraakpoging willen wagen is er deze rubriek.

Vandaag: de letter c.

De c is een moeilijke letter. Niet om te schrijven – het is immers slechts een o met een hap eruit – maar om uit te spreken. En dan niet in het Nederlands, maar wel in vreemde exotische talen.  Met name als er accenten op of onder staan. In de Eredivisie zorgt de c dit seizoen weer voor veel uitspraakverwarring. Wat volgt is een voorzichtige poging die verwarring weg te nemen.

Te beginnen bij de c zonder accenten. De c zoals hij gebruikt wordt in de naam van kersverse Willem II-speler Adam Nemec. De neiging bestaat om zijn achternaam uit te spreken als ‘Nemek’.  Dat mag, maar als je correct en bovendien een beetje pretentieus wil klinken, zeg je ‘Nemets’. Een accentloze c klinkt in alle Slavische talen met het Latijnse alfabet, in het Albanees, en in de Baltische talen (Lets en Litouws), als ‘ts’. Let wel: dus niet ‘tsj’, maar ‘ts’. Bij de ‘tsj’ komen we zo. Andere accentloze c’s in de Eredivisie vind je bij de Polen Wojciech Golla (N.E.C.) en Sebastian Steblecki (SC Cambuur), en bij de Albanees Milot Rashica (Vitesse).

In het Turks spreek je een c uit als ‘dzj’. Heerenveenspeler Caner Cavlan heet dus niet ‘Kaner Kavlan’ maar ‘Dzjaner Dzjavlan’. Het Turks (en ook het Albanees) gebruikt ook de ç, zoals in de namen van Bilal Başaçıkoğlu (Feyenoord), Tolgahan Çiçek (De Graafschap) en Cihat Çelik (N.E.C.). De Turkse ç spreek je uit als ‘tsj’.

De ć uitspreken als ‘tsj’ is vaak wel goed te doen, bijvoorbeeld in de bekende Servo-Kroatische uitgang -ić. Voorbeelden hiervan zijn Roda JC-coach Darije Kalezić en Feyenoordspeler Marko Vejinović. Andere namen die eindigen op -ić in de Eredivisie: Dino Islamović (Groningen), Muamer Tanković (AZ), Tomi Jurić (Roda JC), Richairo Živković (Willem II), Danilo Pantić (Vitesse), Boban Lazić (PEC Zwolle) en Luka Zahović (SC Heerenveen).

In Slavische en Baltische talen wordt ook nog de č gebruikt. Ook deze letter wordt als ‘tsj’ uitgesproken (hoewel hij in het Servo-Kroatisch anders klinkt dan de ć – maar een kniesoor die daarop let). Eredivisievoorbeelden zijn Vytautas Andriuškevičius (SC Cambuur), Darijo Vujičević (Heracles Almelo) en Rajko Brežančić (AZ).

Plaats een reactie